Nieuws januari 2022

TIJDENS WETTELIJKE VAKANTIE UREN
TOCH 100% BEZOLDIGING


Op verzoek van de rechtbank Overijssel van 20 mei 2020 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie 9 december 2021 een prejudiciële beslissing bekend gemaakt.


Deze beslissing gaat over de uitleg van de Arbeidsrichtlijn 2003/88/EG van de Europese Unie. Deze richtlijn is de Arbeidstijdrichtlijn en bepaalt onder meer in artikel 7 lid 1 dat de lidstaten de nodige maatregelen treffen, opdat aan alle werknemers jaarlijks een vakantie met behoud van loon van ten minste vier weken wordt toegekend.


Het Hof gaat in zijn uitspraak van 9 december 2021 in op de vraag wat artikel 7 lid 1 zegt over de hoogte van de bezoldiging waarop een gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer recht heeft tijdens vakantie. Deze bepaling moet volgens het hof aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan nationale bepalingen en gebruiken volgens welke bij de vaststelling van het loon dat een wegens ziekte arbeidsongeschikte werknemer tijdens zijn jaarlijkse vakantie met behoud van loon ontvangt, rekening wordt gehouden met de korting die als gevolg van zijn arbeidsongeschiktheid werd toegepast op het loon dat hij ontving in het arbeidstijdvak dat voorafging aan de aangevraagde vakantie.


Dit betekent dat als een werknemer volgens de Zapo of Zavo vanaf het tweede ziektejaar geheel of gedeeltelijk is teruggegaan naar 70 procent inkomen, hij of zij tijdens de wettelijke vakantiedagen toch recht heeft op 100 procent bezoldiging. Voor de extra, bovenwettelijke vakantie uren geldt dit niet.