Met terugwerkende kracht geldt vanaf 1 maart 2019 een nieuwe Cao voor het primair onderwijs. Op 11 december 2019 is hierover een akkoord bereikt en nu is ook de integrale tekst beschikbaar gesteld. De nieuwe tekst geldt pas vanaf 1 januari 2020. De Cao loopt overigens al snel weer af: per 1 november 2020.
De Cao komt met verplichtingen voor de schoolbesturen, inclusief een deadline. Zie met name de hoofdstukken 5 en 7. Cao-partijen realiseren zich dat zij deze verplichtingen zijn overeengekomen toen het Corona-virus nog niet aan de orde was. Toch berichten zij dat elk schoolbestuur vooralsnog dient uit te gaan van de afspraken en deadlines zoals die in de Cao zijn vastgelegd.
Hieronder ga ik in op de belangrijkste nieuwe bepalingen en geef ik advies over de praktische uitvoering van bij voorbeeld de actualisering van de OOP- en directiefuncties.
Een contract voor onbepaalde tijd ontstaat in twee gevallen: na 36 maanden tenzij er een tussenpoze van meer dan zes maanden is geweest, en vanaf het vierde tijdelijke contract tenzij er een tussenpoze van meer dan zes maanden is geweest. Voor het openbaar onderwijs verschilt dit nogal ten opzichte van het oude artikel 4.5: het tweede geval stond daar in het geheel niet in, en het eerste geval met een tussenpoze van drie maanden. Ook is de beperking tot de proefaanstelling, vervanging, voorzien in een tijdelijke vacature, contractactiviteiten en projecten vervallen. Er gelden nu ruimere regels voor vervanging (maximaal zes tijdelijke arbeidsovereenkomsten in drie jaar) en vervanging wegens ziekte van een onderwijsgevende of ondersteuner met lesgevende taken (onbeperkt aantal tijdelijke arbeidsovereenkomsten in drie jaar).
Voor het bijzonder onderwijs is alleen de termijn van drie jaar nieuw, dat was twee jaar.
Nu hoofdstuk 3 van toepassing is op het openbaar onderwijs is er slechts keuze uit een schriftelijke berisping en schorsing met behoud van salaris (niet als ordemaatregel). Overplaatsing en inhouding van salaris zijn vervallen, evenals ontslag maar daarvoor is ontbinding wegens verwijtbaar handelen/nalaten en ontslag op staande voet voor in de plaats gekomen. Deze zijn geregeld in de wet (BW), niet in de Cao.
Hoofdstuk 4 dienstverband openbaar onderwijs
Dit hoofdstuk is vanwege de WNRA (de normalisering van het ambtenarenrecht) vervallen. Ook voor de dienstverbanden in het openbaar onderwijs geldt vanaf 1 januari hoofdstuk 3.
Hoofdstuk 5 is één van de vernieuwingshoofdstukken. Ieder schoolbestuur heroverweegt uiterlijk per 1 augustus 2020 in overleg met de p-GMR zijn functiegebouw voor de leidinggevende en onderwijsondersteunende functies. Cao-partijen hebben voorbeeldfuncties vervaardigd die hierbij kunnen worden gebruikt.
Procedureel is het volgende van belang:
Op 1 augustus 2020 gelden nieuwe, numerieke salaristabellen (A10 tot en met A13 voor adjunct-directeuren en D11 tot en met D15 voor directeuren) en vervallen de huidige D- en A-schalen. Voor degenen voor wie de actualisering niet leidt tot een nieuwe functiebeschrijving kan het schoolbestuur volstaan met inpassing van de (adjunct)directeur in de nieuwe numerieke salarisschaal die hoort bij de bestaande functiebeschrijving. De andere (adjunct)directeuren voor wie wel een verandering optreedt worden ingepast in de nieuwe salarisschaal die hoort bij de zwaarte van de functie die volgt uit de toepassing van FUWA PO op de nieuwe functiebeschrijving.
Bij de omzetting in een numerieke schaal dient rekening te worden gehouden met de huidige directietoelage, die komt te vervallen. Tezamen vormen deze twee componenten het referentiemaandsalaris. Inpassing in de nieuwe salarisschaal geschiedt in het naasthogere bedrag in de betreffende salarisschaal ten opzichte van het referentiemaandsalaris. Voor wie de omzetting in een lager salaris of uitzicht resulteert maken werkgever en werknemer verplicht de afspraak dat werknemer zijn huidige salaris(patroon) behoudt, en leggen zij dit vast in een addendum bij de arbeidsovereenkomst.
Elke werkgever dient het bestaande functiegebouw voor de ondersteunende functies tegen het licht te houden. De vraag is met name of er nieuwe functiebeschrijvingen nodig zijn, en welke dat dan zijn. Bij een nieuwe functiebeschrijving met een hogere salarisschaal wordt de werknemer uiterlijk 1 augustus 2020 in de nieuwe salarisschaal ingepast. Inpassing geschiedt in het naasthogere bedrag in de betreffende salarisschaal. Voor wie de omzetting in een lager salaris of uitzicht resulteert maken werkgever en werknemer verplicht de afspraak dat werknemer zijn huidige salaris(patroon) behoudt, en leggen zij dit vast in een addendum bij de arbeidsovereenkomst.
Eenmalige middelen voor OOP
Met toepassing van actuele functiebeschrijvingen krijgt het onderwijsondersteunende personeel een salaris dat past bij de verrichte werkzaamheden. Omdat het salaris van werknemers niet omlaag kan gaan maar gelijk blijft of omhoog gaat, stijgen de salariskosten bij de meeste schoolbesturen. Het speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs hebben relatief meer onderwijsondersteunend personeel dan basisscholen. Deze schoolbesturen hebben daarom meer kosten door de actualisatie en krijgen daarom incidenteel extra geld. Het betreft een eenmalig bedrag per leerling van € 141,38 in het speciaal basisonderwijs en van € 282,77 in het (voortgezet) speciaal onderwijs. Dat extra geld komt uit een bijzondere bron: het Participatiefonds. Dat heeft nog wat geld over dat zit in een potje met arbeidsmarktmiddelen.
Hoofdstuk 6 is één van de vernieuwingshoofdstukken. Hoofdstuk 6 is met name vereenvoudigd en verhelderd. Bepalingen over de inschaling (artikelen 6.1 – 6.7) zijn vervangen door de instructie om bij indiensttreding een arbeidsvoorwaardengesprek te voeren. Cao-partners hebben een nieuwe functiereeks gemaakt voor onderwijsassistenten (S4 tot en met S6), alsmede nieuwe voorbeeldfuncties voor leraarondersteuner (S7 en S8), pedagogisch medewerker (schaal nog niet bekend), conciërge/onderhoudsmedewerker (S3 en S4), secretaresse/administratief medewerker (S4, S5 en S6), stafmedewerkers (S5 en S6), staffunctionarissen en beleid (S10 en S11), logopedist (S9) en gedragswetenschapper (S11). Een werkgever mag ook eigen functies hanteren. De bepaling over waarneming van een hogere functie (6.34) is vervallen.
Hoofdstuk 7 is één van de vernieuwingshoofdstukken. Hoofdstuk 7 is met name vereenvoudigd en verhelderd. Uiterlijk 1 augustus 2020 moet de werkgever een vergoedingsregeling verhuiskosten vaststellen. Zolang deze is er niet is geldt de oude Cao 2018-2019 nog. Voor woon-werkverkeer mag ook van andere routeplanners dan die van de ANWB gebruik worden gemaakt. Ook mag de werkgever een eigen regeling woon-werkverkeer vaststellen in overleg met de p-GMR, mits deze beter is dan de Cao-regeling. De regeling Pensionkosten is vervallen. Werkgever moet verder voor 1 augustus 2020 een regeling voor zakelijke reis- en verblijfkosten vaststellen. Zolang deze er niet is geldt ook hiervoor de oude Cao 2018-2019 nog.
Hoofdstuk 9 is één van de vernieuwingshoofdstukken. Ook hoofdstuk 9 is met name vereenvoudigd en verhelderd. In artikel 9.8 staan de tijdelijke extra middelen voor individuele scholing beschreven. Het gaat om € 100 per werknemer voor 2020 en nogmaals € 100 voor 2021, naar rato bij een deeltijd dienstverband.
Hoofdstuk 10 is eveneens één van de vernieuwingshoofdstukken. Werkgelegenheidsbeleid en ontslagbeleid blijven beide mogelijk. Nieuw is een actieve van werk naar werk-begeleiding van werknemers bij reorganisaties ter voorkoming van gedwongen ontslag. Met de vakcentrales maakt de werkgever afspraken over de in te zetten instrumenten en de looptijd (maximaal twee jaar). Werknemers die toch worden ontslagen wegens bedrijfseconomische redenen hebben geen recht op een transitievergoeding. Hiervoor in de plaats komt het van werk naar werk-traject.
Vanaf 1 januari 2020 kunnen werknemers in het openbaar onderwijs ook beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep funderend onderwijs in Utrecht. Deze commissie gaat alleen over disciplinaire maatregelen, schorsing als ordemaatregel, het direct of indirect onthouden van promotie, overplaatsing in het kader van de bestuursbenoeming en eenmalige onthouding van een periodieke verhoging. Bij deze besluiten dient de werkgever een beroepsclausule op te nemen.
Vanwege de WNRA (de normalisering van het ambtenarenrecht) is de aparte Wopo voor het openbaar onderwijs vervallen. Werknemers van openbaar én bijzonder primair onderwijs hebben vanaf 1 januari 2020 allen te maken met de Wopo bijzonder (bijlage XVI bij de Cao PO). Alleen bestaande gevallen blijven onder de Wopo openbaar vallen. Voor nieuwe gevallen in het openbaar onderwijs betekent dit een andere opbouw van de bovenwettelijke uitkering dan men gewend was. Zie met name de hoogte en duur van de (extra) aansluitende uitkering.
Denk eraan dat de Cao de verplichting bevat onder meer de volgende documenten vast te stellen respectievelijk te hebben:
Copyright © Alle rechten voorbehouden